Nieuws
Houd deze pagina in de gaten voor het laatste nieuws en onze inloopspreekuren.
Specifieke steunmaatregel sierteelt en voedingstuinbouw
Specifieke steun sierteelt en voedingstuinbouw
De minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit heeft aan de Tweede Kamer meegedeeld dat er voor de sierteelt en de voedingstuinbouw een specifieke steunregeling komt. Ondernemers in deze sectoren, die te kampen hebben met een forse omzetderving in de maanden april, mei en juni, komen in aanmerking voor een financiële compensatie voor onvermijdelijke seizoensgebonden loonkosten. Uitgangspunt is dat de eerste 30% van de omzetderving voor rekening van de ondernemer is. De staat compenseert de resterende 70% voor een aanzienlijk deel.
Ook voor telers van fritesaardappelen komt een compensatieregeling. Zij worden gecompenseerd voor de hoeveelheid fritesaardappelen die zij in opslag hebben liggen. De vergoeding wordt vastgesteld op basis van 1 miljoen ton aardappelen, die niet meer verwerkt kunnen worden tot frites dit seizoen. De vergoeding bedraagt 40% van de gemiddelde marktwaarde over de periode september 2019 tot en met februari 2020.
Verruiming van de Borgstelling MKB-landbouwkredieten
Ook visserij- en aquacultuurbedrijven die kampen met liquiditeitsproblemen door de coronacrisis kunnen gebruik maken van een tijdelijke verruiming van de regeling Borgstelling MKB-Landbouwkredieten voor tijdelijke kredietfaciliteiten. De regeling houdt in dat het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit borg staat voor door de banken verleende kredieten. Deze maatregel geldt met terugkerende kracht vanaf 18 maart 2020. De provisie die de overheid rekent voor de regeling is met terugkerende kracht gehalveerd voor bedrijven in de primaire land- en tuinbouw en in de visserij en aquacultuur. De provisie is verlaagd van 3 naar 1,5%. Voor startende ondernemers en voor overnemers is de provisie verlaagd van 1 naar 0,5%.
Aanpassingen regeling tegemoetkoming ondernemers in getroffen sectoren (TOGS)
De minister en de de staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat hebben een aangepaste versie van de regeling tegemoetkoming ondernemers in getroffen sectoren (TOGS) gepubliceerd. De oorspronkelijke regeling is op 31 maart 2020 met terugwerkende kracht tot en met 27 maart 2020 in werking getreden. De regeling bestaat uit een tegemoetkoming van € 4.000 voor andere vaste lasten dan personeelskosten. Voorwaarde voor de tegemoetkoming is een verwacht omzetverlies tussen 16 maart en 15 juni 2020 van ten minste € 4.000 en een gelijk bedrag aan vaste lasten, na aftrek van andere steunmaatregelen.
Het aantal sectoren dat voor de eenmalige tegemoetkoming in aanmerking komt is enkele malen uitgebreid. Voor een aantal nieuwe sectoren worden aanvullende voorwaarden gesteld. Daarnaast is een algemene uitzondering opgenomen op de eis dat een onderneming ten minste één vestiging moet hebben op een ander adres dan het privéadres van de eigenaar.
Tot de direct gedupeerde ondernemingen behoren alle sectoren waarvan aannemelijk is dat deze direct door de overheidsmaatregelen getroffen worden. Het gaat dan om gedwongen sluiting, het verbod op het organiseren van bijeenkomsten en evenementen, het negatieve reisadvies, het dringende advies om zoveel mogelijk thuis te blijven en de eis om minimaal 1,5 meter afstand te houden, en maatregelen van regionale overheden zoals de sluiting van markten. De ondernemingen dienen omzetverlies te lijden als direct gevolg van het wegblijven van consumenten of het niet meer kunnen uitoefenen van de hoofdactiviteit.
Gedupeerde agrarische recreatieondernemingen
Onder de direct gedupeerde ondernemingen vallen ook agrarische ondernemingen met een nevenactiviteit op het gebied van recreatie. Voor deze ondernemingen geldt dat het verwachte omzetverlies en de verwachte vaste lasten van ten minste € 4.000 betrekking moeten hebben op de nevenactiviteit.
Toeleveranciers
Aan de lijst met gedupeerde ondernemingen zijn sectoren toegevoegd die vrijwel uitsluitend leveren aan direct gedupeerde ondernemingen of die voor hun omzet grotendeels afhankelijk zijn van door de overheid ontraden of verboden activiteiten. Het betreft onder meer de groothandel in retail en horeca, fotografen en uitzendbureaus voor de evenementensector en horeca. Voor deze groep geldt als aanvullende voorwaarde een verklaring dat de onderneming voor 70% of meer van zijn omzet afhankelijk is van direct gedupeerde ondernemingen.
Gedupeerde zorgondernemingen
Voor gedupeerde zorgondernemingen geldt dat er in veel gevallen tegemoetkomingen worden verstrekt door zorginkopers ter compensatie van het omzetverlies. Deze ondernemingen komen alleen in aanmerking voor een tegemoetkoming indien het omzetverlies en de vaste lasten na aftrek van de tegemoetkoming(en) ten minste € 4.000 bedragen. Hierover dienen gedupeerde zorgondernemingen bij de aanvraag een verklaring in te dienen. Thuiszorgwinkels vallen onder de gedupeerde zorgondernemingen. Onder de SBI-code voor thuiszorgwinkels vallen echter ook andere ondernemingen. Thuiszorgwinkels dienen bij de aanvraag te verklaren dat de onderneming een thuiszorgwinkel is.
Uitzondering op de vestigingseis
Aanvankelijk waren alleen horecaondernemingen uitgezonderd van de vestigingseis. Daar zijn ondernemingen aan toegevoegd in andere sectoren als sprake is van een fysiek van de woning afgescheiden vestiging met omvangrijke periodieke vaste lasten. De fysiek afgescheiden vestiging moet een eigen opgang of toegang hebben. Bij de aanvraag moet een bewijs meegestuurd worden waaruit dat blijkt.
Kamermoties verruiming verliesverrekening vennootschapsbelasting
Het verrekenen van een verlies in de vennootschapsbelasting kan met de winst van het voorgaande jaar en met de winsten van de zes volgende jaren. In de Tweede Kamer zijn twee moties ingediend die betrekking hebben op verruiming van de mogelijkheden van de verliesverrekening in de vennootschapsbelasting. De staatssecretaris van Financiën heeft aan de Kamer meegedeeld dat in het onderzoek naar mogelijke maatregelen om bedrijven te ondersteunen, zodat banen behouden kunnen blijven, ook wordt gekeken naar aanpassing van de verliesverrekening.
Samenloop NOW en loonkostensubsidie
De Tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor behoud van werkgelegenheid (NOW) bevat de verplichting voor werkgevers die een loonkostensubsidie ontvangen voor mensen met een arbeidsbeperking om de toekenning van de NOW-subsidie te melden aan de gemeente. Deze verplichting was bedoeld om dubbele financiering van loonkosten van deze doelgroep te voorkomen. De staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is er inmiddels van doordrongen dat verrekening van de NOW-subsidie met de loonkostensubsidie moeilijk uitvoerbaar is. De staatssecretaris heeft daarom besloten om te accepteren dat de loonkosten van mensen met een arbeidsbeperking dubbel worden gesubsidieerd. De verplichting voor werkgevers om de toekenning van subsidie op grond van de NOW te melden komt te vervallen.
Verlenging termijn aanvraag doelgroepverklaring LKV
Het loonkostenvoordeel (LKV) is een tegemoetkoming voor werkgevers die een of meer werknemers in dienst nemen uit doelgroepen die lastig aan werk komen. De doelgroepen van het LKV zijn:
- oudere werknemers met een uitkering;
- werknemers met een arbeidsongeschiktheidsuitkering;
- werknemers met een arbeidsbeperking
- arbeidsongeschikte werknemers, die herplaatst worden.
Doelgroepverklaring nodig
Om het LKV te ontvangen heeft de werkgever een kopie van de doelgroepverklaring van de werknemer nodig. De werknemer kan deze aanvragen bij het UWV, maar is niet verplicht om een doelgroepverklaring aan te vragen. De reguliere termijn voor het aanvragen van een doelgroepverklaring is drie maanden, te rekenen vanaf het moment waarop de werknemer in dienst is getreden bij de werkgever.
Termijnverlenging
Als gevolg van de coronacrisis is de termijn voor het aanvragen van een doelgroepverklaring voor het LKV tijdelijk met drie maanden verlengd. Deze termijnverlening geldt voor alle doelgroepverklaringen die worden aangevraagd voor dienstverbanden die zijn gestart tussen 1 januari 2020 en 1 juni 2020. De reden voor de termijnverlenging is dat het ten gevolge van de coronacrisis niet altijd lukt om de aanvraag op tijd te doen.
Aanpassingen coronamaatregelen van ministerie SZW
De minister en de staatssecretaris van Sociale zaken en Werkgelegenheid hebben enkele aanpassingen aangekondigd van de coronamaatregelen die onder het bereik van dit ministerie vallen. Het gaat om de volgende zaken:
- Toepassing van de NOW bij concerns.
- Een aanvullend vangnet voor flexwerkers
- Een regeling voor seizoenswerk.
- Toepassing van de premiedifferentiatie op overwerk.
- Werktijdverkorting en tewerkstellingsvergunningen.
Ad 1) Toepassing van de NOW bij concerns
De NOW omvat een tegemoetkoming in de loonkosten van personeel bij een omzetverlies van 20% of meer. Voor concerns bestaande uit meerdere vennootschappen geldt de eis van het omzetverlies voor het gehele concern. De regeling wordt nu zodanig aangepast, dat bij concerns met minder dan 20% omzetverlies individuele werkmaatschappijen subsidie voor hun loonkosten aanvragen op basis van de eigen omzetdaling. Om misbruik van de regeling te voorkomen, worden aan deze verruiming extra voorwaarden verbonden. Deze zijn achtereenvolgens:
- De werkmaatschappij moet een rechtspersoon zijn.
- Het concern mag over het jaar 2020 geen dividend of bonussen uitkeren en geen eigen aandelen inkopen. Dat geldt tot met de datum van de aandeelhoudersvergadering waarin de jaarrekening over 2020 wordt vastgesteld.
- De werkmaatschappij moet een overeenkomst hebben met de vakbonden of de werknemersvertegenwoordiging over werkbehoud.
- Er mag binnen het concern geen personeels-bv zijn. Is dat wel het geval, dan moet worden uitgegaan van de omzetdaling op concernniveau.
Er komen controlewaarborgen om oneigenlijk gebruik te voorkomen.
Ad 2) Een aanvullend vangnet voor flexwerkers.
Het kabinet onderzoekt de mogelijkheden voor de invoering van een vangnetregeling voor flexwerkers. Details van de voorgenomen regeling zijn nog niet bekend. Het betreft een tijdelijke en uitvoerbare regeling voor flexwerknemers die sinds 1 maart hun baan zijn kwijtgeraakt, maar niet in aanmerking komen voor een uitkering.
Ad 3) Seizoenswerk.
De NOW biedt voor veel vormen van seizoenswerk geen oplossing. Voor die groep is een aparte regeling nodig. Het kabinet onderzoekt de mogelijkheden om ook voor seizoenswerk een oplossing te kunnen bieden.
Ad 4) Overwerk en premiedifferentiatie.
Volgens de wet moet voor vaste werknemers, die in een kalenderjaar meer dan 30% hebben overgewerkt, de hoge WW-premie worden afgedragen. De bewindslieden van Sociale Zaken en Werkgelegenheid hebben bekendgemaakt dat deze bepaling voor het jaar 2020 voor alle werkgevers wordt opgeschort. Dat betekent dat ook bij meer dan 30% overwerk de lage WW-premie van toepassing is in dit kalenderjaar.
Ad 5) Werktijdverkorting en tewerkstellingsvergunningen.
Een kleine groep werkgevers heeft toestemming gekregen om werktijdverkorting toe te passen in verband met de coronacrisis. Door toepassing van de regeling werktijdverkorting gaat het loon feitelijk omlaag. Dit kan een probleem opleveren voor bijvoorbeeld kennismigranten. Voor deze groep geldt een salariscriterium. Mocht het loon door de werktijdverkorting dalen beneden het salariscriterium, dan zal aan de werkgever geen boete worden opgelegd wegens illegale arbeid omdat de uitzondering op de tewerkstellingsvergunningverplichting niet meer van toepassing is.